Wat kunnen we van China leren? Sinoloog Pascal Coppens dissecteert de Chinese cultuur, op zoek naar verklaringen voor de groei die het land de laatste jaren heeft doorgemaakt. Tijdens een rondetafel op het Executive Forum besprak hij met een tiental executives welke lessen het Westen kan trekken voor de toekomst.
De gasten rond de tafel in het kasteel van Brasschaat hadden al enkele sessies achter de rug. Tijdens de openingskeynote van Philippe Schoonejans, team leader bij ESA-NASA, was het woord al een aantal keer gevallen: China. Dat het land een ambitieus ruimtevaartprogramma aan het realiseren is, dat een Chinese ruimtevaarder een Taikonaut genoemd wordt, en dat de USA het Europa verboden heeft om Europese ruimtevaarttechnologie te verkopen aan China.
De anekdote is tekenend voor de Westerse houding tegenover China: argwanend, wantrouwig, ongerust. Dat blijkt ook tijdens het voorstelrondje voor deze sessie. Veel leidinggevenden rond de tafel hebben ervaring met Chinese partners, leveranciers of klanten. Er is respect voor de snelheid en het aanpassingsvermogen van het land en zijn economie. Tegelijk leiden die eigenschappen tot ongerustheid. De snelheid waarmee het aan invloed wint, op economisch en politiek vlak, bijvoorbeeld. En één deelnemer ervaarde de macht van de Chinese overheid aan den lijve, toen zijn Chinese bedrijfstak van de ene dag op de andere genationaliseerd werd.
Volgens sinoloog Pascal Coppens hebben we als Westerlingen in de eerste plaats meer inzicht nodig in de Chinese cultuur, los van hoe het land in onze eigen media wordt gerepresenteerd. Hij draait het perspectief volledig om, en laat ons door een Chinese bril naar de wereld kijken. Volgens Coppens, die meer dan dertig jaar geleden in de ban raakte van het land, biedt het Chinese perspectief ook het Westen een aantal nuttige handvatten voor de toekomst.
“Wij denken dat China uit is op werelddominantie, maar China zelf is bezig met zijn eigen overleven”, stelt Pascal. “Dat is de reden waarom ze handel drijven, wereldwijd grondstoffen opkopen, en waarom ze nu ontzettend hard aan het robotiseren, automatiseren en innoveren zijn. China heeft een bevolking van meer dan 1,4 miljard, en de laatste twintig jaar is hun levensstandaard ontzettend naar omhoog gegaan. Dat moest ook wel. In de jaren negentig moesten 754 miljoen Chinezen toekomen met minder dan 60 dollar per maand. Dat zijn er vandaag nul.”
Wat heeft hen zover gebracht? Pascal stelt de vraag aan de deelnemers: hoe komt het dat het China gelukt is, meer dan bijvoorbeeld India of het Afrikaanse continent? De antwoorden van de deelnemers bevatten een grond van waarheid: “lage lonen”, “de overheidsstructuren” en “hun attitude”.
Pascal gaat vooral akkoord met dat laatste. “De werkethiek is er ontzettend hoog”, zegt hij. “Ik heb zelf heel hard leren werken in China. Iedereen heeft er een enorme drang om hun eigen leven en dat van hun familie beter te maken.” Daarnaast ziet Coppens drie culturele eigenschappen die China tot fabriek van de wereld hebben gemaakt, en hebben bijgedragen tot de plaats die het land vandaag inneemt.
1. Coördinatie
“Binnen de Chinese cultuur wordt expertise aangemoedigd”, vertelt hij. “Mensen streven ernaar om expert te worden binnen één domein, en weten al die domeinen efficiënt aan elkaar te koppelen zodat er een ketting van expertises ontstaat.”
2. Collectiviteit
“In tegenstelling tot wat we in het Westen vaak denken, luistert een Chinees nooit.” Pascal zegt het al lachend, maar hij meent het wel. “Ze doen heel graag hun eigen zin. Ze luisteren enkel naar hun kleine kring, die meestal bestaat uit dichte familieleden en enkele hechte vrienden. Het is niet gemakkelijk om in zo’n vertrouwenscirkel te raken. In China zeggen ze graag dat ze nog eerder digitale systemen vertrouwen dan iemand die ze niet kennen.”
3. Creativiteit
“Nog een misvatting die ik graag de wereld uit wil helpen, is dat China vooral kopieert”, aldus Pascal. “Om eerlijk te zijn: we kopiëren allemaal, zeker als we ergens een goed idee of een oplossing zien. In mijn ervaring wordt creativiteit juist enorm aangemoedigd binnen de Chinese cultuur, in die zin dat Chinezen ontzettend creatief worden als er een probleem opgelost moet worden. Ze zijn pragmatisch: als er geen probleem is, houden ze zich er niet mee bezig.”
Chinezen streven ernaar om expert te worden binnen één domein, en weten al die domeinen efficiënt aan elkaar te koppelen zodat er een ketting van expertises ontstaat.
Pascal geeft het voorbeeld van microchips. “Het laatste jaar leerden we dat de bestaande productiecapaciteit voor microchips wereldwijd niet hoog genoeg is”, zegt hij. “Ik kan geen enkele van mijn vrienden meer aan de lijn krijgen, of die is op één of andere manier betrokken in het bouwen van nieuwe fabrieken voor microchips, in het verhandelen van grondstoffen voor microchips, of aan het investeren in start-ups die alternatieven ontwikkelen voor de bestaande chips. Ze schakelen enorm snel.”
Een ander voorbeeld is het grote aanbod van digitale services waar de Chinese consument beroep kan op doen. “In China heb je maar één tot maximaal een handvol apps nodig om je hele leven mee te organiseren, van bankzaken tot een deelfiets boeken of een plek reserveren op restaurant. Sinds 2019 leven de meeste mensen er zonder cash. 40 procent van alle online aankopen wereldwijd gebeurt door Chinezen. Het betekent dat een aantal bedrijven, zoals Alibaba en Tencent, over ontzettend veel data beschikken. En dat vinden gebruikers geen probleem, zolang die data gebruikt worden om betere services te ontwikkelen. In hun benadering van digitalisering zie je die coördinatie, netwerkmentaliteit, pragmatisme en creativiteit terugkomen.”
In hun benadering van digitalisering zie je die coördinatie, netwerkmentaliteit, pragmatisme en creativiteit terugkomen.
De deelnemers aan het rondetafelgesprek blijven kritisch. Wat met de milieuproblematiek, vraagt iemand. En wat met de macht van de Chinese overheid? Pascal is niet onder de indruk. “China is erg begaan met de lange termijn”, legt hij uit. “Het beseft dat het, om te overleven, moet innoveren. Het Westen weigert kennis te delen, dus schakelt China op dat vlak hoger. En we hebben in het verleden gezien wat er gebeurt als China ergens voor gaat. President Xi Jingping zei in 2015 dat China over tien jaar de meest innovatieve speler van allemaal zou zijn. Innovatie moeten we begrijpen als het aanpakken van milieuproblemen, het verhogen van de levensstandaard van elke Chinese inwoner, het uitwerken van energieoplossingen, sociale cohesie bevorderen en het fysiek en mentaal welzijn van zijn burgers garanderen.”
De macht van de overheid kan Pascal enkel beamen, al nuanceert hij de beweegredenen. “De overheid deinst er niet voor terug om grote commerciële spelers terug te fluiten als ze niet voldoende bijdragen aan de maatschappij”, stelt hij. “Dat is wat we momenteel zien gebeuren met Alibaba. Het bedrijf wordt er door de Chinese overheid van beschuldigd dat het de laatste jaren afgegleden is, dat het gebruikersdata op een plat commerciële manier inzet en niet langer de innovatieve services ontwikkelt die de Chinese maatschappij ten goede komen.”
Meer in het algemeen heeft China de strijd aangebonden met corruptie, terwijl ze dat jarenlang heeft toegestaan. “De mentaliteit is aan het veranderen. Jarenlang werd corruptie als een noodzakelijk kwaad gezien, iets wat snelle groei mogelijk maakte. Vandaag is dat omgekeerd, het past niet meer in de toekomstvisie die de overheid voor ogen heeft.”
De recente geschiedenis, de cultuur en toekomstplannen van China maken het voor Westerse bedrijven niet eenvoudig om een rol van betekenis te spelen. “Je mag de Chinese economie niet zomaar zien als een grote afzetmarkt”, zegt Pascal. “En maak niet de vergissing van alle macht aan de overheid toe te kennen. De realiteit is een pak complexer. Het is een land waar je je tijd voor moet nemen om je in te werken.”
Omgekeerd kunnen we wel heel veel leren van China. De manier waarop digitalisering en privacybescherming er hand in hand gaan bijvoorbeeld, de razendsnelle snelle robotisering en automatisering van productieprocessen, het radicaal kiezen voor innovatie als oplossing voor de uitdagingen van morgen. “Het loont de moeite om af en toe eens van perspectief te wisselen, en de wereld te bekijken door de ogen van China”, geeft Pascal als tip mee. “Met die blik zie je hier in Europa opportuniteiten voor het rapen liggen.”
Deze rondetafel werd mee mogelijk gemaakt dankzij SpendLab.
Tijdens ons gesprek met Wouter Van Linden, Head of HR bij Waterland Private Equity, hoorden we een aantal atypische uitspraken in vergelijking met wat andere CHRO’s ons vertellen in België.
We ontmoeten ‘jong geweld’ in finance bij Willemen Groep: Django Liénart, CFO, en Niels Verheyen, financieel directeur Bouw en Projectontwikkeling. Het dynamische duo vertelt vol passie over hun finance-carrière bij een van de grotere familiale bouwgroepen in België.