Soms lijkt het evenwicht tussen technologie, productiviteit en werkgeluk zoek. Ook privé worstelen we met de snelle evolutie. Tijdens een rondetafel op het Executive Forum doken we dan ook in het idee van bewust technologiegebruik in een wereld vol digitale prikkels.
Moderator Melle Eijckelhoff begint met een vraag: “Levert technologie daadwerkelijk datgene op waar we op hoopten, qua productiviteit en werkgeluk?” De rondetafelgasten denken na over het rapportcijfer dat ze zouden geven, op een schaal van 1 tot 10, aan de mate waarin technologie de productiviteit positief beïnvloedt in hun organisatie, enerzijds, en de mate waarin ze het werkgeluk in hun organisatie positief beïnvloedt, anderzijds.
In het overzicht met de antwoorden zien we best wat variatie. De ene geeft een 5 en een 5, de andere een 9 en een 7. We zien een trend die ongeveer tussen de 5 en een 5 en hoger ligt. Voor twee mensen op de acht ligt de score voor impact op werkgeluk beneden de 5, maar voor de anderen ligt ze dan weer hoog. Tijd om naar meningen te polsen.
We staan stil bij de impact van technologie op productiviteit: gaan we dan ook leukere taken kunnen doen? We krijgen een voorbeeld van Steven Luys, CEO van Exail Robotics Belgium: “Ik geloof van wel. We kunnen mensen meer bandbreedte geven in hun hersenen, en dan kunnen we ze meer creatieve, leukere taken laten doen. Een assistent(e) bijvoorbeeld, doet veel liever het klantenonthaal dan het eindeloos uittypen van memo’s of het verzenden van faxen.”
Bij automatisering en technologie komen we snel terecht in een discussie rond selfservice. Volgens Xavier Gabriels, CEO van TriFinance, kan selfservice slechts tot kortstondig geluk leiden, omdat het in vele gevallen als vervelend ervaren wordt door de gebruikers: “Als je op een probleem stoot en je wil iemand aan de lijn krijgen, dan lukt dit vaak niet. De technologie moet intelligenter worden. Er zijn al banken die de selfservice opnieuw aanvullen met kantoorservice, omdat het nu weer als een competitief voordeel ervaren wordt.”
Iemand haalt aan dat de infrastructuur van sommige organisaties niet klaar is voor de lancering van bepaalde software. Men beschikt vaak niet over de nodige bandbreedte. Er zitten mensen rond de tafel uit de gezondheidssector die aanhalen dat men moet kunnen luisteren naar de gebruikers om technologie goed te kunnen implementeren, omdat je hen zo kan ontlasten, en van technologie een vriend maken.
Iris Lopes, Partner bij SpendLab Belgium, pikt even in op de eerste reacties. Gezien het feit dat technologie een integraal onderdeel is van de kernservices van SpendLab, deelt ze haar inzichten: “Wanneer ik datasets analyseer, valt me op dat er nog steeds veel handmatige handelingen worden verricht. Door deze gegevens te stroomlijnen en algoritmes toe te passen met behulp van onze gespecialiseerde software, kunnen we met slechts één druk op de knop bereiken wat anders maanden werk zou kosten. Hoewel er vaak weerstand is bij het ontwikkelen van algoritmes, zie ik toch dat het de kwaliteit van het werk en het geluk van mensen aanzienlijk kan verbeteren.
We gaan verder in op het ‘luisteren naar mensen’, en hoe dat gebeurt in de praktijk.
Iemand haalt aan dat het daarbij niet nodig is naar alle uitzonderingen te luisteren, maar op zoek te gaan naar een algemene lijn, een standaard. Een gast benadrukt het belang van ease of use bij de implementatie van technologie en de bijdrage tot werkgeluk. Iemand anders benadrukt hoe de druk om technologie te implementeren vaak voor stress zorgt, wat werkgeluk belemmert. Er wordt aangehaald dat veel afhangt van de organisatiecultuur: vaak beslist de organisatie wie toegangsprivileges krijgt, wat niet in se een kwestie van technologie is.
Melle geeft het voorbeeld van ‘contant geld weigeren’ om door technologie een groep mensen uit te sluiten. Piet Brys, Directeur HRM bij IDEWE, zegt dat in zijn sector artsen van nature geen werkgeluk halen uit IT: “We moeten hen helpen hun medisch vak met plezier te kunnen blijven uitoefenen door hen te ondersteunen om ‘mee te zijn’ met de technologie. Ik denk dat ze meer tijd moeten krijgen om het proces te doorlopen en te wennen aan de nieuwe situatie.”
Nog iemand uit de gezondheidssector haalt aan dat men vandaag artsen opleidt die men binnen 10 jaar niet meer nodig zal hebben en stelt zich daar vragen bij: “Wat doen we met mensen die niet willen of kunnen bijleren? Sluiten we die uit, of gaan we een nieuwe piste verkennen waarbij we die iets anders bieden dan werk dat tot geluk kan leiden?”
Nog iemand uit de gezondheidssector haalt aan dat men vandaag artsen opleidt die men binnen 10 jaar niet meer nodig zal hebben.
Pascal Wiliquet, Directeur Financiën, Begroting & Aankoop bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie, meent dat er een belangrijke rol is weggelegd voor het onderwijs in het leerproces: “Vaak wordt gekeken naar de werkgever, maar er moet veel meer aandacht gegeven worden aan de rol van het onderwijs: ook voor mensen uit ‘niet-IT-richtingen’ zoals de gezondheidszorg, mens- en sociale wetenschappen. Er zou aan iedereen een basis moeten meegegeven worden om de hele maatschappij op de langere termijn mee te hebben.”
Iris zegt dat je mensen mee kan krijgen in het technologieverhaal door ze rond de tafel te zetten, het proces te kaderen, en ze aan te moedigen trainingsprogramma’s te volgen. “We hebben gemeten hoe dergelijke implementatie van technologie lukt, en we zijn toch naar rond de 7,5 op werkgeluk gekomen. Maar ik geef toe dat er altijd mensen zullen zijn waar technologie niet bijdraagt tot werkgeluk, zelfs al verkort het hun werkproces.”
Xavier Gabriëls is het ermee eens dat technologische skills jaar na jaar aan het dalen zijn, maar hij is het niet eens met de stelling dat we mensen niet meer nodig zullen hebben: “We slagen er telkens weer in om onszelf opnieuw uit te vinden. Door de vergrijzing en het gebrek aan voldoende werkkrachten denk ik niet dat het zover zal komen, maar het klopt dat leren een knelpunt is dat om een oplossing vraagt.”
Steven heeft het over een trend waarin hij een opportuniteit ziet: “Het privéleven vergroeit met het werk, zowel geografisch als time-wise. Technologie is daar een katalysator bij, en ik vind dat goed”, zegt hij.
De anderen zijn het niet helemaal eens met Steven. Men haalt ‘het recht op deconnectie’ (red: Sinds 1 april 2023 mag je officieel ‘offline’ zijn buiten de werkuren) aan. Ook de impact van de arbeidswetgeving, cyber security, en het recht op privacy worden aangehaald.
Melle is nieuwsgierig naar het waarom van het herboren succes van de analoge grammofoonplaat, terwijl er zoveel technologie voorhanden is. Hij krijgt het juiste antwoord van de juiste generatie: die van Marko Raspudic, CFO van Poppy Mobility: “De jongere generatie heeft geleerd te leven met veel minder eigendom. We adopteren een levensstijl van pay to use: voor iets betalen wanneer je het gebruikt. Omdat we minder in eigendom bezitten, vinden we het dan net leuk om weer eens iets te bezitten, liefst iets dat wat uitstraalt. De grammofoonplaat is een voorbeeld.”
Melle wil het met de groep ook nog hebben over AI. Terwijl Iris vertelt dat het bij SpendLab deel uitmaakt van hun core systemen, en dat er heel mooie dingen kunnen uitkomen, zegt ze dat het ook belangrijk is te kaderen wat er op de markt voorhanden is.
Marko haalt aan dat er veel druk is vanwege raden van bestuur om innovatief te zijn en AI toe te passen, maar dat het nog vaak onduidelijk is wie ‘echte’ AI toepast. Men kleeft zich te gemakkelijk het etiket op.
Iemand zegt dat ChatGPT helpt om het warm water niet te moeten heruitvinden, terwijl een ander nog eens verwijst naar het ‘verdwijnen van mensen’ als consequentie. Een voorbeeld: vertalers-tolken. Men is het erover eens dat men ondanks de opmars van AI altijd mensen zal nodig hebben, maar met andere skills, en dat dit evolutieproces begonnen is.
Is het een aanrader om de ontwikkeling van technologie out te sourcen? Steven pleit voor gedeeltelijke outsourcing van technologie om geen afhankelijkheid te creëren en de controle over applicaties en hun kost te behouden. Pascal zegt dat sommige overheidsdiensten zo vitaal zijn, dat men beslist de technologie volledig out te sourcen met de vraag absolute continuïteit te verzekeren. Marko besluit dat er een trend is om van shared servicecentra in het buitenland terug te keren naar in-house ontwikkeling omdat de kwaliteit van de technologie en de implementatie beter zou zijn.
Op de slotvraag van Melle hoe het komt dat we het toch altijd zoveel drukker hebben ondanks alle productiviteit van technologie, geeft iedereen toe dat we in een wereld leven van razendsnelle veranderingen waar de verwachtingen steeds hoger liggen. Piet eindigt als volgt: “Er is nood aan policies die aan leidinggevenden en andere mensen kunnen zeggen hoe we met de snelle ontwikkeling van technologie kunnen omgaan. Ik denk dat het op een meer menselijke manier moet.”
We moeten ons meer bewust worden van de impact van technologie, omdat er momenteel een kloof bestaat tussen organisaties en technologie.
Iris treedt hem bij: “Wat ik persoonlijk denk over deze evolutie, is dat we de touwtjes in handen hebben als het gaat om de koers die we varen en hoeveel invloed we toelaten. We moeten ons ook meer bewust worden van de impact van technologie, omdat er momenteel een kloof bestaat tussen organisaties en technologie. Het is cruciaal dat we de komende tijd als individuen veel meer onze stempel drukken. Uiteindelijk zijn we allemaal mensen, en we moeten samenwerken om tot een positieve uitkomst te komen.”
Deze rondetafel werd gefaciliteerd door SpendLab.
Tijdens ons gesprek met Wouter Van Linden, Head of HR bij Waterland Private Equity, hoorden we een aantal atypische uitspraken in vergelijking met wat andere CHRO’s ons vertellen in België.
We ontmoeten ‘jong geweld’ in finance bij Willemen Groep: Django Liénart, CFO, en Niels Verheyen, financieel directeur Bouw en Projectontwikkeling. Het dynamische duo vertelt vol passie over hun finance-carrière bij een van de grotere familiale bouwgroepen in België.