Als directeur van de gevangenis van Oudenaarde en initiatiefnemer van vzw De Huizen pleit Hans Claus voor een minder individualistische benadering van detentie en van de mens in het algemeen. De bedrijven ziet hij alvast meeschuiven in die sociale visie. Nu nog de rest van de maatschappij.
U werd al op uw 23ste gevangenisdirecteur. Was u voor het vak geboren?
Hans Claus: “Niemand wordt als gevangenisdirecteur geboren en van thuis uit was ik vooral bezig met beeldhouwen, schrijven en schilderen (Hans is overigens een neef van Hugo Claus, nvdr). Nu, kunstenaars en criminelen zijn twee types mensen die op elkaar lijken. Het zijn mensen die durven te leven, die durven verder te kijken dan het hier en het nu. Daarom ben ik criminologie gaan studeren, want op 17-jarige leeftijd had ik al de keuze gemaakt om gevangenisdirecteur te worden. Ik weet het, dat is een vreemde keuze. Mijn oom was eveneens gevangenisdirecteur en via hem ben ik erin gerold.”
Hoe bracht u kunst en criminaliteit als directeur in verband met elkaar?
Hans Claus: “Als directeur ben ik de realiteit van een gevangenis blijven bekijken door de bril van een artiest. Ik bleef in eerste instantie kunstenaar. Daardoor werd ik niet opgeslokt door het instituut en kon ik de gevangenis altijd met afstand blijven bekijken. Concreet heb ik veel initiatieven genomen om gevangenissen te normaliseren. Op zich is dat ook onze opdracht, het staat met zoveel woorden in onze reglementen, maar ik heb ontdekt dat de gevangenis redelijk weerbarstig is voor die normalisering.”
Waaraan dankt u de titel van meest eigenzinnige gevangenisdirecteur?
Hans Claus: “Ik ben hardnekkig blijven vasthouden aan het plan om gevangenissen te normaliseren en begon artikels te schrijven die de academische wereld heeft opgepikt. Ik ging praten in aula’s en lanceerde projecten. Zo lanceerde ik in 2013 het plan om gevangenissen af te schaffen en te vervangen door detentiehuizen om gedetineerden in de maatschappij te activeren. Velen dachten dat ik op mijn hoofd was gevallen: de gevangenisdirecteur die de gevangenis wil afschaffen… Uiteraard ben je dan meteen de meest eigenzinnige gevangenisdirecteur.”
Het klinkt eigenzinnig en vooruitstrevend, maar zelf omschreef u het ooit als “ouwe koek die nooit werkelijkheid wordt”. Waarom?
Hans Claus: “Het is ouwe koek omdat het idee om gevangenissen te normaliseren toch al meer dan een halve eeuw oud is. Na de Tweede Wereldoorlog hebben sociologen en criminologen kritische kanttekeningen gemaakt over de gevangenissen. Als je aan modale mensen vraagt of een gevangene beter uit de gevangenis komt, dan krijg je direct een ‘neen’, terwijl het in essentie wel de bedoeling is dat gevangenissen ‘correctionele’ straffen uitvoeren. In de realiteit zie je echter dat het gevangenisleven niet gemaakt is om een normaal leven te leven. Het is gebouwd op de mens als individu en niet als sociaal wezen. Jij overtreedt de regel, dat is jouw eigen schuld en jij wordt uit de gemeenschap genomen om als individu in een cel te zitten. Dat zeer gesloten mensbeeld brak open na de Tweede Wereldoorlog door de ontdekking van de mens als sociaal wezen, maar de gevangenissen zijn niet gevolgd. We focussen nog steeds op het archetype van de gevangenis en geloven dat het onmogelijk is om de aanpak te laten evolueren. Toch kan het, de mensheid heeft langer bestaan zonder gevangenissen dan met.”
Vroeger was de individuele vrijheid duidelijk de belangrijkste waarde, vandaag zie je een evolutie waarbij onderlinge afhankelijkheid een veel belangrijkere waarde wordt.
Uw ideeën kregen concrete vorm in vzw De Huizen en in het Europees project RESCALED met kleinschalige en gedifferentieerde detentiehuizen. Hoe werken die?
Hans Claus: “De pogingen om de sociale gedachte in de gevangenis waar te maken, toonden aan dat een gevangenis daarvoor niet gemaakt is. Ik heb de context in vraag gesteld en nagedacht over wat normale omstandigheden zijn om detentie uit te voeren. Dat betekent dat de fysieke omstandigheden van de detentie compatibel moeten zijn met wat je wilt doen tijdens die detentie. Om de context te herscheppen, koos ik voor een nieuwe organisatievorm en een nieuwe infrastructuur: detentiehuizen. Je kan differentiëren qua beveiliging, detentie-invulling en begeleiding, maar daarvoor is een kleinschalige werking noodzakelijk. Vzw De Huizen maakt business-, buurt-, personeels-, stappen- en architecturale plannen en doet op basis hiervan aanbevelingen aan overheden en geïnteresseerde organisaties. De Belgische overheid pikte de ideeën al op en besliste over te gaan tot proefprojecten met detentiehuizen.”
Hoe ervaart u de interactie met de buurt of met bedrijven?
Hans Claus: “Bij een opsluiting in de gevangenis knip je met een botte haagschaar alle pezen door. Het weefsel wordt niet meer doorbloed en dan krijg je detentieschade en autonomieverlies. De Huizen wil die pezen wel laten bestaan. De buurt, de school of de fabriek kunnen (onder andere met vrijwilligers) een belangrijke meerwaarde vormen voor de invulling van de detentie. Die gedetineerden kunnen vanuit hun capaciteiten en mogelijkheden op hun beurt iets bijdragen aan de buurt. Er ontstaat een wisselwerking tussen de detentie en de buurt. Dat ligt in lijn met hoe onze maatschappij aan het evolueren is. Vroeger was de individuele vrijheid duidelijk de belangrijkste waarde, vandaag zie je een evolutie waarbij onderlinge afhankelijkheid een veel belangrijkere waarde wordt.”
Is het ook in lijn met hoe de waarden van onze ondernemingen evolueren? Is dit de evolutie van waaruit ook duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn ontstaan?
Hans Claus: “Ja, dat stel ik vast. Bedrijven willen echt een meerwaarde creëren voor de omgeving. Ze willen een maatschappelijk of ecologisch verschil maken. Ondernemingen proberen dat te koppelen aan het maken van winst, maar dan veeleer als een middel om dat maatschappelijk doel nog beter waar te maken. Oké, in veel bedrijven is het omgekeerde natuurlijk nog steeds waar. Maar de bedrijven die echt teruggaan naar de bron van het ondernemerschap stellen zich de vraag wat ze samen willen bereiken, waar ze naartoe willen en hoe ze dat dan moeten doen. Het gaat ook bij hen om die interdependentie, om het bijdragen aan een omgeving en gedragen worden door die omgeving. Dat is uiteindelijk de zin van ons leven en van de samenleving.”
De bedrijven die echt teruggaan naar de bron van het ondernemerschap stellen zich de vraag wat ze samen willen bereiken. Het gaat ook bij hen om die interdependentie, om het bijdragen aan een omgeving en gedragen worden door die omgeving. Dat is uiteindelijk de zin van ons leven en van de samenleving.
We praten over de stap van gevangenissen naar detentiehuizen, maar in essentie pleit u voor een radicaal ander mens- en maatschappijbeeld, klopt dat?
Hans Claus: “Inderdaad, we moeten die louter individuele benadering van een mens loslaten. De manier waarop wij een samenleving maken, de druk die we organiseren en waaraan mensen ten onder gaan… dat zit niet goed. We blijven almaar zoeken naar schuld of individuele verantwoordelijkheid. Het is beter om de focus te verleggen naar de sociale context waarin die mensen moeten functioneren. Het individuele waardeoordeel over mensen moet je serieus tussen haakjes durven zetten. Die omslag hebben we overigens ook in detail uitgeschreven in De Verklaring van 30 november 2019.”
Je kan als bedrijf die stap zetten, maar sluipt de individuele benadering al niet veel vroeger in ons systeem? In het onderwijs bijvoorbeeld, met punten, rapporten en straffen als je je huiswerk niet maakt?
Hans Claus: “Natuurlijk. De vraag is echter welk onderwijs je als samenleving creëert en hoe mensen als product van dat onderwijs nadien ook weer de maatschappij veranderen. Vanuit die wisselwerking zijn we de voorbije decennia doorgeslagen naar een motto als ‘jobs, jobs, jobs’. Dat is net alsof een mens zou samenvallen met zijn job en dat vind ik eigenlijk een zeer beperkte visie op de mens. Een oude term uit ons onderwijs als ‘humaniora’ verwijst naar menswording. Daar ging het in de jaren ’60 en ’70 echt nog heel vaak over. Werk was daar een deel van, maar vandaag reduceren we de mens tot zijn arbeid en focussen we enkel op de financiële waarde die iemand via zijn werk creëert. Als je vervolgens ook je onderwijs op die manier organiseert, dan studeren kinderen ook enkel nog in functie van die financiële waarde. Weet je, ik geef regelmatig gastcolleges en vroeger kreeg ik veel kritische vragen. De laatste tijd is de belangrijkste vraag of mijn verhaal “ook voor het examen is?”. De interesse voor het leren ebt weg en enkel de interesse in het slagen is gebleven. Dat is bijzonder nefast voor wie het moeilijker heeft met dat slagen. Je organiseert de concurrentie tussen mensen en dan heb je altijd winnaars en verliezers.”
Hans Claus was een van de keynote speakers tijdens de C-WEEK, onze digitale voorjaarsconferentie. Op maandag 26 april bracht hij tijdens de kick-off zijn visie op de mens en op de maatschappij. Hij vertolkte zo het ‘verknipte’ aspect binnen het thema ‘de geknipte mens’: wat als iemand niet in het plaatje past?
Tijdens ons gesprek met Wouter Van Linden, Head of HR bij Waterland Private Equity, hoorden we een aantal atypische uitspraken in vergelijking met wat andere CHRO’s ons vertellen in België.
We ontmoeten ‘jong geweld’ in finance bij Willemen Groep: Django Liénart, CFO, en Niels Verheyen, financieel directeur Bouw en Projectontwikkeling. Het dynamische duo vertelt vol passie over hun finance-carrière bij een van de grotere familiale bouwgroepen in België.