Burn-out en ontslag, ongewenst gedrag en generatieverschillen, neutrale kledij op het werk en discriminatie. De woordcombinaties waar werkgevers van gaan huiveren, hebben op Inger Verhelst, advocate en partner bij Claeys & Engels, net het omgekeerde effect. “Hoe complexer de case, hoe interessanter.”
Claeys & Engels is het eerste gespecialiseerde advocatenkantoor dat zowel nationaal als internationaal een volledig juridisch dienstenpakket aanbiedt in alle materies die betrekking hebben op human resources. Inger stond twintig jaar geleden mee aan de wieg van Claeys & Engels, en ze leidt vandaag het kantoor in Antwerpen.
HR-recht is een ontzettend ruim begrip. Wat is één ding dat werkgevers erover moeten weten?
Inger: “HR-recht is doorheen de jaren steeds complexer en technischer geworden. Naast arbeidsrecht is er onder andere fiscaliteit bijgekomen, gegevensbescherming, discriminatie, en mentaal welzijn. Als je daar als werkgever over begint na te denken op het moment dat er conflicten ontstaan met werknemers is het eigenlijk al te laat. Omgekeerd kan je heel wat moeilijkheden vermijden door preventief een sterk, juridisch onderbouwd, beleid uit te werken.”
Wat is een misvatting over HR-recht die zo snel mogelijk de wereld uit mag?
Inger: “Een deel van onze job is om juridische conflicten te helpen oplossen, een deel is op strategisch niveau beleid uitwerken. Wat mensen vaak niet met ons associëren, en wat een belangrijk aspect is van onze job, is bewustwording creëren. Een onderneming heeft niets aan een intelligente en technisch correcte tekst over pakweg GDPR of discriminatie, als werknemers er niet van op de hoogte zijn.”
Een onderneming heeft niets aan een technisch correcte tekst over pakweg GDPR of discriminatie, als werknemers er niet van op de hoogte zijn.
Het zijn ook niet de meest sexy onderwerpen voor een training?
Inger: “Het vergt een blijvende inspanning, maar het loont. Hoe beter je HR-recht incorporeert, hoe beter het dagelijkse leven op de werkvloer wordt voor iedereen. Dat kan pas als iedereen binnen het bedrijf snapt wat het beleid is en vooral waarom het belangrijk is. Je kan er niet zomaar van uitgaan dat mensen ‘het wel zullen begrijpen’. We merken tijdens trainingen steeds weer hoe groot de onderlinge verschillen tussen werknemers zijn, op vlak van normen, waarden, percepties en overtuigingen.”
Op welke domeinen merken jullie die onderlinge verschillen vandaag?
Inger: “Ik denk meteen aan ongewenst gedrag op de werkvloer. Zoals senior managers die zich niet bewust zijn van het effect dat hun taalgebruik of gedrag heeft op jongere collega’s. Maar de verschillen zitten overal. Wat de ene werknemer onder ‘flexibel werken’ begrijpt, kan helemaal anders zijn voor hun collega. En neem bijvoorbeeld digitalisering: we gaan er vaak van uit dat mensen over een basis digitale skills beschikken, zoals mails raadplegen of een app downloaden. In praktijk blijkt dat niet altijd zo te zijn. Dat zijn allemaal zaken waar een juridisch onderbouwd HR-beleid bij kan helpen, op voorwaarde dat je voldoende inspanningen levert om je werknemers te betrekken bij de implementatie ervan.”
Met welke HR-onderwerpen of domeinen zouden ondernemingen vandaag preventief bezig moeten zijn?
Inger: “Klimaat en CSR zijn ook binnen HR-recht hot topics. We krijgen bij ons op kantoor heel wat vragen over mobiliteit, diversiteit, inclusie en gender. Allemaal boeiende materie, zeker omdat de wetgeving en regelgeving errond voortdurend evolueert. Zelf ben ik gespecialiseerd in individueel en collectief arbeidsrecht, met een bijzondere belangstelling voor discriminatie en psychosociaal welzijn. In de twintig jaar dat ik als advocate actief ben, is er binnen die domeinen aanzienlijk veel veranderd. Covid heeft daar nog een schepje bovenop gedaan, op vlak van welzijn op het werk bijvoorbeeld.”
Toch lijkt het soms traag te gaan, en kan de wetgeving de realiteit niet altijd bijhouden?
Inger: “Dat is ook zo. Zo wordt al jaren gediscussieerd over arbeidstijd en statuten, omdat de invulling daarvan binnen het arbeidsrecht achterhaald is. Wat maakt iemand tot een vaste werknemer? Wat met platformmedewerkers, freelancers, … Er was vorig jaar een interessant arrest naar aanleiding van Deliveroo, dat een puzzelstukje vormt voor het grotere debat. Er zijn gaten tussen de wetgeving en de manier waarop mensen vandaag willen werken. Jonge mensen willen niet meer per se voor één bedrijf gaan werken, maar lopen ook vast binnen het statuut van zelfstandige. Dat zijn zaken waar het recht beter kan doen, en waar wij als kantoor een verschil in kunnen maken.”
Er zijn gaten tussen de wetgeving en de manier waarop mensen vandaag willen werken.
Kan u een voorbeeld geven van een zaak waarin u of uw kantoor het verschil heeft gemaakt?
Inger: “Ik zou er behoorlijk wat kunnen opnoemen. Ik pik er even de eerste case over discriminatie op basis van godsdienst uit. Kan je als werkgever iemand laten gaan op basis van het dragen van religieuze kledij? Dat is een case die meer dan tien jaar heeft geduurd, en die ik onder meer heb gepleit voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het resultaat is een genuanceerd arrest, dat vandaag als ijkpunt en leidraad dient.”
Dit is een ontzettend intensieve job. Doet u die over twintig jaar nog steeds?
Inger: “Toen mijn kinderen klein waren, heb ik me wel eens afgevraagd: wil ik dit blijven doen? Want het is inderdaad intensief. Naast het managen van het kantoor, ben ik ook gastdocent sociaal recht aan de Antwerp Management School. We werken mee aan onderzoek, wetgeving en rapporten. We pleiten, schrijven adviezen, organiseren trainingen. Toch kan ik me niet inbeelden dat ik iets anders zou doen. Mijn job is een hele fijne combinatie van recht, met alle technische elementen die daarbij horen, en mensen. We zijn dagelijks bezig met verhalen van de werkvloer en die fungeren als een soort barometer voor wat leeft in de maatschappij.”
We zijn dagelijks bezig met verhalen van de werkvloer en die fungeren als een soort barometer voor wat leeft in de maatschappij.
Als u aanstormende advocaten HR-recht één tip zou geven, wat zou die zijn?
Inger: “Oefen jezelf in het schrijven van pragmatische en to the point-adviezen. Jaren geleden schreven wij nog paginalange memo’s uit als antwoord op een juridische vraag, vandaag sturen we klanten hoogstens één A4 met een praktisch en resultaatgericht antwoord op hun vraag maar die toch ook de juridische risico’s precies en genuanceerd omschrijft. Het is geen sinecure om wetgeving of het juridisch jargon te vertalen naar een gebalde tekst die een buitenstaander gemakkelijk begrijpt. Hoewel het moeite kost, ben ik blij met die evolutie omdat het HR-recht toegankelijker maakt. En hoe beter we daarin slagen, hoe meer we bijdragen aan kwaliteitsvol werk voor iedereen.”
Claeys & Engels is sponsor van de CHRO Day op 11 mei.
In een gesprek met House of Executives deelt Pieter Janssens, CEO van iO, een boeiende blik op zijn achtergrond, de evolutie van zijn bedrijf iO en de groeiende invloed van de Chief Marketing Officer (CMO) in de board.
Tijdens ons gesprek met Wouter Van Linden, Head of HR bij Waterland Private Equity, hoorden we een aantal atypische uitspraken in vergelijking met wat andere CHRO’s ons vertellen in België.