We worden overrompeld door zoveel externe factoren dat het geen loze vraag is hoe het in de huidige context zit met ESG. Zijn we onze kathedralen duurzaam aan het bouwen? Uit het rondetafelgesprek op het Executive Forum blijkt dat praten over duurzaamheid plaats moet ruimen voor dieper denken en daadwerkelijk doen.
Het is vijf voor twaalf, want de EU komt stevig aanrukken met nieuwe regelgeving over “groene rapportering”, zoals we horen van gastspreker Mercedes Sánchez Varela, adviseur voor internationaal en EU-klimaatbeleid, en Director en board member bij Chapter Zero Brussels.
Melle Eijckelhoff, de moderator van de sessie, begint met het meten van de temperatuur rond de tafel. Er wordt gepolst naar wat de aanwezigen doen op persoonlijk vlak én bij het bedrijf waarvoor ze werken om hun CO2-voetafdruk te verminderen. Het is opvallend hoe gepassioneerd de mensen rond de tafel uitweiden over hoe ze het persoonlijk aanpakken. Minder vlees eten, het gebruik van plastic verminderen of zelfs volledig verbannen. De trein nemen in plaats van het vliegtuig, of de fiets in plaats van de auto. Een frequent flyer in de zaal geeft toe dat het bij hem niet anders kan – beroepsmatig. Op de vraag of de persoonlijke voetafdruk gemeten wordt, blijven we een beetje op onze honger zitten. Mercedes pikt in op de feedback: “De grootste vervuilers zijn effectief transport, voedsel en verwarming. Elke kleine stap op persoonlijk vlak is een goede. Want een van de grootste uitdagingen om klimaatsverandering tegen te gaan is de human factor: een mentaliteitswijziging die leidt tot échte gedragswijzigingen”.
Op het moment dat Melle de vraag stelt hoe het zit met de initiatieven op bedrijfsniveau, kraakt de deur van het salon waar we ons bevinden in het kasteel van Brasschaat gevaarlijk luid. Is dit een slecht voorteken? Toch niet, als we horen hoe de meeste rondetafelgasten al aan de slag zijn met concrete maatregelen.
Zo hebben velen duurzaamheid als integraal deel van hun missie opgenomen, wat een mooie stap is richting awareness building bij de medewerkers en andere stakeholders.
Een voorbeeld op het vlak van transport is het meten van de CO2-afdruk van het wagenpark door (semi-) elektrische wagens te pushen en het elektriciteitsverbruik te meten. Iemand past ook een boetesysteem toe op wie onvoldoende elektrisch rijdt. Qua transportmogelijkheden wordt de trein ook vaker policy. Laura Van Tol, Head of SAP Concur Belux, pikt hier op in: “Met SAP Concur beschikt SAP over een applicatie die employee en travel expenses beheert en dankzij o.m. carbon footprint-rapportering bedrijven in staat stelt een klimaatneutraal en duurzaam reisbeleid uit te stippelen.”
Voor wie in de productiesector zit, wordt eerst gekeken naar het meest economische gebruik van schaarse middelen en naar het circulair gebruik van middelen: wat u uit de natuur haalt, geeft u achteraf terug. Nog iemand deed al een assessment van de materialiteit in de sector van de zware industrie: het bedrijf lijnde uit welke acties prioritair zijn omdat ze de grootste impact hebben. Vervolgens zorgde de toegewezen CSR-staff voor de aanpak en opvolging, zowel op globaal als op lokaal niveau. Bij hun prioriteiten was ook het respect voor de mensenrechten in het productieproces verweven.
Een van de bedrijven rond de tafel biedt een climate proof salary via flexibele remuneraties en via personeelsleningen om bijvoorbeeld energievriendelijke renovaties uit te voeren.
Voor een aantal mensen rond de tafel is het CO2-neutraal maken van hun datacentra een voorbeeld van een prioriteit, voor anderen het implementeren van een plastic-free office. Op het vlak van loonpolitiek horen we hoe iemand een maatstaf voor duurzaamheid inbouwde in het incentive plan. Iemand anders vermeldt dat ze een climate proof salary bieden via flexibele remuneraties (een stuk daarvan is bijvoorbeeld een elektrische fiets voor wie dat wilt), en via personeelsleningen om bijvoorbeeld energievriendelijke renovaties uit te voeren. Tot slot zijn de meesten rond de tafel goed bezig met het definiëren van non-value KPI’s om hun ESG-strategie vorm te geven. Iemand meet al hoe goed leiderschap een concrete impact heeft op de business.
Katelijne Leemans, CFO bij SAP Belux, komt terug op de stakeholders: “We zijn het onze klanten verschuldigd een voorbeeldfunctie aan te nemen op het gebied van duurzaamheid, want hoe kunnen we hen helpen als we zelf niet het voorbeeld geven?” Katelijne kondigt dan ook met trots aan dat ze bij SAP ongeveer op dit moment het eerste 100% klimaatneutraal gebouw betrekken. En ook via de technologie heeft SAP een cruciale rol te spelen, in het capteren, meten en rapporteren van data rond duurzaamheid, circulariteit, wellbeing en ethisch en fair ondernemen. Aangezien wereldwijd meer dan 77% van alle zakelijke transacties via een SAP-oplossing verlopen, is de impact potentieel heel groot.
Terug naar de harde realiteit: iemand zegt dat we in deze tijden geplaagd zitten met de paradox van het kortetermijndenken tegenover een langetermijnvisie om de klimaatcrisis aan te pakken. Dat is dan ook een van de redenen waarom de meesten hun bedrijf een imaginair hoge score geven op het gebied van sense of urgency over de CO2-afdruk, maar toegeven dat het nog geen voldoende hoge score is als het op concrete acties aankomt. Het gaat nog te traag voor velen.
Kosten lopen op, hoe krijgen we het ESG-vraagstuk hoger op de agenda? Iedereen is het erover eens dat we het vuur aan de lont kunnen krijgen via regelgeving. Mercedes herbevestigt de stelling dat je niet kan weten zonder te meten als je bijvoorbeeld over CO2-voetafdruk praat. Ze herinnert ons aan de rapporteringsregels waarop de Europese unie de vergroening van het bedrijfsleven wil bouwen, de ‘taxonomie’ die bepaalt wie of wat als duurzaam zal beschouwd worden, en de nieuwe rapporteringsregels voor de financiële sector. De Europese wetgeving is snel in aantocht: Europa wenst dat bedrijven duurzaamheidsrapporten voorleggen vanaf 2024. De nieuwe regels komen er in fasen, maar tegen 2026 zullen ze gelden voor alle beursgenoteerde bedrijven onder bepaalde voorwaarden.
We zitten geplaagd met de paradox van het kortetermijndenken in crisistijden tegenover een langetermijnvisie om de klimaatcrisis aan te pakken.
Het stemt tot nadenken: China is wereldkampioen CO2-uitstoot met 30%. Andere vervuilende grootmachten zoals de VS, India en Rusland doen gretig mee. Melle vraagt hoe we ESG er toch door kunnen krijgen nu we door diverse externe factoren in survival mode zijn. Mercedes ziet met lede ogen aan hoe het gebruik van steenkool en pelletkachels in stijgende lijn zit met de winter voor de deur midden de grote energiecrisis. En tóch ziet ze crisistijden als opportuniteit om de groene evolutie op gang te krijgen. Iemand vraagt of die “groene evolutie” niet kan omslaan in een “groene revolutie”, omdat er ook zoveel sociale impact is. Ze komt terug op het thema van de dag: “We staan voor ‘een zee aan zand’. Iedereen zal een schepje zand voor z’n rekening moeten nemen om resultaat te boeken. We weten allen dat er te veel CO2 en methaan in de lucht zit, en we weten ook dat we er iets aan moeten doen. Elke stap in de richting om de targets van het verdrag van Parijs te halen, is een goede.”
Er wordt benadrukt dat we ondanks de vele nadelen van een crisis de opportuniteiten niet mogen vergeten. Bij de energiecrisis zal de Europese regelgeving voor een heuse boost zorgen. Iedereen rond de tafel is het eens over het level playing field dat we zo kunnen verwezenlijken. En een sense of direction, een must voor het menselijk brein om ook het gedrag op het vlak van ESG aan te passen – vooral in crisistijden.
Mercedes wijst er nog op dat ESG al hoog op board agenda’s staat, maar dat er nog meer concrete support nodig is van het C-level binnen bedrijven. Er wordt ‘ja’ geknikt rond de tafel. ESG moet volledig binnen de strategie van een bedrijf verweven zitten, en dat is nog lang niet overal het geval. Momenteel gaat er veel aandacht naar klimaatkwesties door de energiecrisis, maar we mogen niet vergeten dat er ook een social en governance luik in het verhaal hoort. Ook dat krijgt meer aandacht van Europa. Er zijn nog te veel bedrijven die zich al te graag profileren als “ESG-compliant”, en toch bananen invoeren uit Zuid-Amerika of kleren produceren in Pakistan. De grens tussen greenwishing en greenwashing is duidelijk nog niet afgelijnd.
Melle vraagt of de nieuwe regelgeving niet zal geïnterpreteerd worden als yet another checklist. Mercedes wijst op twee belangrijke punten in die context:
Daarom pleit men voor een holistische strategie in plaats van te streven naar yet another compliance. Een volledig geïntegreerde ESG-strategie in alle delen van het bedrijf. En ook daarom moet de verantwoordelijkheid voor ESG door iedereen gedragen worden en is het niet logisch dat ze geparkeerd wordt bij de CFO bijvoorbeeld, zoals nu al vaak gebeurt. Omdat het hier gaat om niet-financiële rapportering, is het een zaak van iedereen. Sommigen vermelden de positieve druk van de jongere generatie om meer bewust met ESG om te gaan. Maar we mogen ook nog druk van de markt verwachten: die zal kiezen in zee te gaan met wie aflevert wat gevraagd wordt op gebied van ESG.
Tot slot een positieve noot over de mogelijke rol van technologie en innovatie in het verhaal: ze vormen zaadjes van hoop voor een positief ESG-verhaal. Of het nu zandkorrels, zaadjes of iets anders zijn: de realiteit is er en vraagt om dringende actie. Het is tijd om intensief te werken aan de voorbereidingen voor de Europese duurzaamheidsrapportering en de ermee gepaard gaande veranderingen.
Deze sessie werd gefaciliteerd door SAP en SAP Concur.
Tijdens ons gesprek met Wouter Van Linden, Head of HR bij Waterland Private Equity, hoorden we een aantal atypische uitspraken in vergelijking met wat andere CHRO’s ons vertellen in België.
We ontmoeten ‘jong geweld’ in finance bij Willemen Groep: Django Liénart, CFO, en Niels Verheyen, financieel directeur Bouw en Projectontwikkeling. Het dynamische duo vertelt vol passie over hun finance-carrière bij een van de grotere familiale bouwgroepen in België.