#BELNED: over beleid, vertrouwen en culturele verschillen

Topics

Tijdens het eerste M&A Forum op 31 maart kwamen dealmakers samen rond het thema België-Nederland. Hoewel er zeker samenwerking is tussen de twee buurlanden, hebben beiden hun eigen mentaliteit en manier van werken. Ook op economisch vlak zijn er stevige verschillen. Hoe verklaren we deze en wat kunnen we van elkaar leren? 

 

Click here for the English summary of this article.

Voortbouwend op het succes van de M&A Awards, starten we dit jaar met de organisatie van M&A Fora. We nodigen Belgische professionals actief in M&A, corporate finance, private equity, ondernemers en executives uit om regelmatiger samen te komen. Een gelegenheid om elkaar beter te leren kennen en kennis en ervaringen uit te wisselen.
Het eerste M&A Forum had als thema België-Nederland, met een keynote van professor emeritus Leo Sleuwaegen.

Dat het net professor Sleuwaegen was die duiding kwam geven over de economische verschillen tussen België en Nederland, hoeft niet te verbazen. Niet alleen was hij verbonden aan de KULeuven en Vlerick Business School, hij was ook gedurende twintig jaar bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar hij betrokken was bij studies over economisch beleid. Op die manier heeft hij dus zowel de economische, sociale als politieke setting van beide landen kunnen ervaren.

 

Harde cijfers

 

Vooreerst: harde cijfers. België en Nederland zijn economisch onlosmakelijk met elkaar verbonden, zo blijkt uit de cijfers die de professor had meegebracht. Meer dan 12% van de Belgische export gaat richting Nederland, waardoor onze noorderburen voor ons het derde belangrijkste uitvoerland zijn. Qua import staan ze zelfs op de eerste plaats: ruim 16% van alles wat we importeren, komt uit Holland. Omgekeerd zitten de cijfers in min of meer dezelfde ordegroottes. Meer dan 10% van de Nederlandse export komt in België aan en wij zijn goed voor 8% van de totale Nederlandse import.

Professor emeritus Leo Sleuwaegen

Al die handel brengt ook heel wat banen mee. Belgische bedrijven stellen in Nederland ongeveer 40.000 mensen te werk, dat is 3% van het totale aantal jobs dat door buitenlandse investeringen wordt gecreëerd. De Nederlanders zelf steken in ons land zelfs nog een serieus tandje bij: zij zijn goed voor ongeveer 86.000 jobs. Dat is 20% van de tewerkstelling door buitenlandse investeringen. Een goed deel daarvan zit bijvoorbeeld in de e-commerce, zegt professor Sleuwaegen. Ongeveer 70% van alle digitale handel die in België plaatsvindt, heeft zijn origine in Nederland, met dank aan onder meer Bol.com, Coolblue en soortgenoten.

 

BBP

 

Dat Nederland ons de baard afdoet op het gebied van e-commerce, een vrij nieuwe economische activiteit, hoeft trouwens niet te verbazen. Waar het BBP van België en Nederland in de jaren vijftig van vorige eeuw ongeveer even groot was, is er sindsdien een serieus gat ontstaan. En dat gat wordt ook almaar groter: Nederland is de laatste decennia een pak rijker geworden dan België.

De productiviteit is in België hoger dan in Nederland en ook het aantal gepresteerde werkuren ligt bij ons hoger. De grote divergentie zit hem in de tewerkstellingsgraad.

Neem bijvoorbeeld de oorzaken van dat verschil tussen welvaartsgroei. België en Nederland hebben ongeveer dezelfde actieve bevolking en de productiviteit is in België zelfs hoger dan in Nederland. Ook het aantal gepresteerde werkuren ligt bij ons hoger. De grote divergentie zit hem in de tewerkstellingsgraad. Die ligt liefst 22% lager in België. Wij slagen er, met andere woorden, veel te weinig in om mensen aan het werk te krijgen, zegt professor Sleuwaegen. Van alle sectoren is er welgeteld één waarin wij een hogere tewerkstellingsgraad hebben dan de Nederlanders. En oh, ironie: dat is het geval in de overheidsadministratie.

 

Hoge snelheid

 

De professor had ook cijfers meegebracht van het ‘Global Competitiveness Report 2019’ van het World Economic Forum, waarin bekeken wordt hoe beide landen zich verhouden tot de wereldleiders op het gebied van een 12-tal parameters. Op quasi elk van die parameters vlammen de Nederlanders ons aan hoge snelheid voorbij. Het gaat dan bijvoorbeeld om ‘Innovatiecapaciteit’, ‘Financieel systeem’, ‘Instituten’, en ‘Infrastructuur’. Op parameters als ‘ICT’, ‘Arbeidsmarkt’ en ‘Skills’ is het verschil bijna beschamend groot. Zelfs op ‘Gezondheid’ – waar België jarenlang leidend was – moeten we de Hollanders nu laten voorgaan.

Het verschil in bijvoorbeeld 'Instituten' is belangrijk omdat dat voor een groot deel verantwoordelijk is voor het juridische framework waarop onze handel drijft en voor het stimuleren van ondernemerschap.

“Het verschil in bijvoorbeeld ‘Instituten’ is belangrijk omdat dat voor een groot deel verantwoordelijk is voor het juridische framework waarop onze handel drijft en voor het stimuleren van ondernemerschap”, zegt professor Sleuwaegen. “Er zijn ook enorme verschillen op het gebied van ‘Business Dynamism’ en ‘Product Market’, vooral door de zware regelgeving in België en doordat veel markten te veel afgesloten zijn voor concurrentie.”

 

Creatieve jobs

 

Dat heeft niet alleen gevolgen voor de economie van vandaag, maar ook voor die van morgen. Sinds een jaar of tien heeft Nederland bijvoorbeeld een fikse voorspong genomen in het aantal nieuwe bedrijven dat wordt opgericht. Zij doen het, wat dat betreft, ongeveer dubbel zo goed als wij. Die bedrijven zorgen ook voor meer “creatieve” jobs (van ingenieurs over wetenschappers tot designers). Ook het percentage “sterk groeiende bedrijven” ligt bij onze noorderburen veel hoger, hier doet België het zelfs slechter dan het EU-gemiddelde.

Opmerkelijk genoeg spenderen Belgische bedrijven gemiddeld wel meer aan R&D dan de Nederlandse en is er bij ons ook meer overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling. In de praktijk lijkt dat echter weinig zoden aan de dijk te brengen: met minder geld doet Nederland meer. De Hollanders doen elk jaar bijvoorbeeld een stuk meer design- en patentaanvragen en handelsmerkaanvragen dan wij.

 

Overheid

 

Eigenlijk is er maar één cijfer waarin wij Nederland duidelijk kloppen, zegt professor Sleuwaegen, en dat is in de overheidsuitgaven, die bij ons stukken hoger liggen. Het geeft al aan dat politiek en beleidsvoering in Nederland en België heel anders aangepakt worden. “Nederland gelooft veel meer in de vrije marktwerking dan wij en heeft, wat dat betreft, sinds de jaren tachtig een enorme omslag gemaakt”, aldus de professor. “Waar de Nederlandse economie vroeger sterk dreef op holdings en gesloten systemen, trekken ze nu veel meer de kaart van het marktmechanisme. In België is er nog altijd veel meer staatsbemoeienis en de overheid krijgt bij ons ook almaar méér resources in plaats van minder.”

Hiërarchie, status en respect voor de baas wegen bijvoorbeeld veel meer door in België. Belgen zijn ook een pak meer risico-avers.

Die sterke invloed van de staat heeft de Belg echter niet meer vertrouwen gegeven in het overheidsapparaat. Integendeel zelfs. “Het vertrouwen in de overheid en de overheidsinstituten is veel lager in België dan in Nederland”, zegt professor Sleuwaegen. “Daarnaast zijn er nog een heleboel culturele verschillen, zoals ook onderzocht door Geert Hofstede. Hiërarchie, status en respect voor de baas wegen bijvoorbeeld veel meer door in België. Belgen zijn ook een pak meer risico-avers. Al dit soort variabelen zijn belangrijk omdat ze mee de politiek van een land bepalen en dus ook invloed hebben op het economische landschap.”

 

De jaren zeventig

 

De conclusie van de professor is duidelijk. In de jaren zeventig en tachtig hadden zowel België als Nederland last van een oliecrisis, hoge inflatiecijfers en een sterk overheidsbeslag. De Nederlanders hebben daar echter iets aan gedaan, terwijl wij in België veel meer voor een status quo kozen. “Nederland (dat toen geleid werd door Ruud Lubbers, niet toevallig een Thatcher-adept) past zich aan, reageert en leert”, zegt de professor. “Zij zagen in dat ‘te veel regering’ uiteindelijk meer problemen creëert dan dat het oplost. Natuurlijk zijn er daarbij sociale implicaties maar steeds hetzelfde recept kiezen, is op den duur ook onhoudbaar.”

Wat oplossingen betreft, ziet de professor veel heil in een (neo-)liberale aanpak. “We moeten snoeien in het oerwoud van subsidies, onze sociale zekerheid hervormen en op een gegeven moment ook de overheidsdiensten inperken”, zegt hij. “Tegelijk moeten we ook opener worden, maar we zijn nog veel te bureaucratisch. Ik denk ook dat verandering er alleen maar zal komen door een crisis, waarschijnlijk zullen we niet te veel moeten hopen op interne bewegingen. Wat er nu in België gebeurt, verschilt eigenlijk niet zo veel van de situatie in de jaren zeventig. Uiteindelijk was het toen Dehaene met zijn loonnorm die de situatie heeft aangepakt. Dat waren op zich goede initiatieven, maar we zien dat die een paar jaar later op hun beurt ook weer geregulariseerd worden, met alweer een overvloed aan wetten en bureaucratie.”

 

Reflecties van een Nederlander in Brussel

 

Willem Wynaendts, investeerder, board member en Senior Partner bij Associés en Gouvernance

Na professor Sleuwaegen kwam ook Willem Wynaendts nog even aan het woord. Deze Nederlander woont al een tijdje in Brussel en is een voormalig topman van Axa. Vandaag houdt hij zich vooral bezig met het investeren in bedrijven, zowel boven als onder de Moerdijk. Willem was positief over België en bood op die manier wat tegengewicht voor het betoog van professor Sleuwaegen. Vanuit zijn ervaring had hij het over de stijlverschillen en de manier waarop zaken worden gedaan in Nederland en België.

 

 

 

Na de bijdrage van Willem Wynaendts was het tijd om te netwerken bij een hapje en een drankje.
Hier kunt u de foto’s bekijken.
Het volgende M&A Forum richt zich tot Young M&A (t.e.m. 35 jaar) en vindt plaats op 16 juni.

Recente artikelen

Wouter Van Linden, Head of HR bij Waterland Private Equity
Leden Lounge

Tijdens ons gesprek met Wouter Van Linden, Head of HR bij Waterland Private Equity, hoorden we een aantal atypische uitspraken in vergelijking met wat andere CHRO’s ons vertellen in België.

Niels Verheyen, financieel directeur Bouw en Projectontwikkeling en Django Liénart, CFO bij Willemen Groep
Interviews

We ontmoeten ‘jong geweld’ in finance bij Willemen Groep: Django Liénart, CFO, en Niels Verheyen, financieel directeur Bouw en Projectontwikkeling. Het dynamische duo vertelt vol passie over hun finance-carrière bij een van de grotere familiale bouwgroepen in België.

MELD U AAN VOOR DE NIEUWSBRIEF

  • Maandelijks
  • Laatste nieuwe content
  • Aankomende events
  • Uitschrijven altijd mogelijk

Agenda

Elke valkuil vormt het onderwerp van een mentoringsessie, gegeven door verrassende sprekers, professoren in leiderschap en Ambits-mentoren. Kies de 3 valkuilen die voor u of een medewerker relevant zijn.

Partners

Buitengewoon inspirerend en verfrissend. Ideaal voor zelfreflectie en om nieuwe ideeën op te doen.